Wat zijn eigenlijk vezels?

Brood bevat voedingsvezels, dat weet iedereen wel. Een voedingsvezel is verzamelnaam voor alle onverteerbare koolhydraten in onze plantaardige voeding. Een lesje vezels…

Vezels zorgen ervoor dat onze darmen goed werken en zorgen voor een ‘vol’ gevoel. Sinds kort is bekend dat voldoende (graan)vezels de kans op het ontstaan van hart- en vaatziekten, op diabetes type II en darmkanker verkleinen. Er zijn twee soorten voedingsvezels: fermenteerbare en niet-fermenteerbare. Fermenteerbare zijn vooral goed voor de darmflora. Niet-fermenteerbare nemen vocht op en zorgen voor het verzadigde gevoel waardoor je op gewicht blijft.

Brood is één van de grootste bronnen van voedingsvezels. Dit hangt wel af van het soort meel dat gebruikt. Bloem bevat veel minder vezels dan (volkoren)meel, want vezels zitten vooral in het buitenste deel van de graankorrel, de zemel. Volkorenmeel bevat alles van de graankorrel; wit brood dat gemaakt wordt van bloem dus niet. Daarnaast kunnen er nog vezelrijke ingrediënten toegevoegd worden zoals gedroogde vruchten, noten, pitten en zaden. Soms wordt witbrood verrijkt met vezels en vitaminen en mineralen, maar dat is niet zoals wij willen werken.

Aangeraden wordt 30-40 gram vezels per dag te eten. Dit kun je uit verschillende producten halen zoals brood, maar ook uit peulvruchten, groente en fruit, aardappelen en zilvervliesrijst. Een overzichtje:

Snee wit brood: 0,9 gram vezels

Snee bruin brood: 1,8 gram vezels

Snee volkorenbrood: 2,3 gram vezels

1 bord havermout: 1,4 gram vezels

1 eetlepel gekookte groente: 1,4 gram vezels

1 schaaltje rauwkost: 0,6 gram vezels

50 gram gekookte aardappelen: 0,8 gram vezels

1 eetlepel zilvervliesrijst: 1,3 gram vezels

Bronnen: brood.net en het voedingscentrum.